Een lege plank en politiek van Waarde
Geschreven op: | Door: Peter van den Berg
Een lege plank en (christelijke) politiek. Wat hebben die twee nu met elkaar te maken. Die lege plank was voor mij aanleiding om weer eens na te denken over politiek, christelijke politiek en eigen verantwoordelijkheid daarin. Die lege plank krijgen wij niet (meer) gevuld, eens zelf en met elkaar nadenken over politiek en Waarden is niet verkeerd. De lengte en aard van een weblog lenen zich uiteraard niet voor een volledig afgewogen visie en wellicht neem ik soms grote stappen. Maar ik hoop dat u met mij mee wilt lopen. Reacties uiteraard welkom!
Verantwoordelijkheden van een gemeenteraad(slid)
De bevoegdheden en het takenpakket van de gemeente(raad) is in grote lijnen bepaald in de Gemeentewet. Het is meer ‘verfijnd’ of geconcretiseerd in wet- en regelgeving op het terrein van sociaal domein, ruimtelijke ordening, milieu en onderwijs. Dan hebben we het meer over de uitwerking.
Een gemeente wordt bestuurd door de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders) en de gemeenteraad. Omdat ik zelf gemeenteraadslid ben beperk ik mij tot de taken of verantwoordelijkheden van een gemeenteraad(slid). Hieronder worden die uitgewerkt.
Kaderstelling
Een van de taken van de gemeenteraad is het vaststellen van beleidskaders. Dit kan zowel het financieel terrein omvatten (denk aan de Begroting, belastingverordeningen) als de leefomgeving (denk aan bestemmingsplannen en bijvoorbeeld een speelruimteplan). Binnen deze kaders moet het college functioneren. Dit is echter niet eenvoudig. Het vraagt van raadsleden inzicht in de plaatselijke vraatstukken en situatie, lokale en landelijke ontwikkelingen en een strategisch inzicht. Om het nog ingewikkelder te maken, zowel strategisch als financieel moet er ook een goede onderlinge samenhang zijn met bijvoorbeeld een visie op de samenleving, onderwijs en sociale zaken.
Controleren
Het college moet de door de gemeenteraad vastgestelde kaders, beleidsnota’s en besluiten uitvoeren. De politieke controle daarop vindt plaats door de gemeenteraad. Denk bijvoorbeeld aan beleidsevaluaties, jaarverslagen en dergelijke. Een van de belangrijkste en het jaarlijks terugkerende controle-instrument is de Jaarrekening die doorgaans in mei of juni verschijnt. Rol van de raad is te controleren of het college in overeenstemming met de Begroting heeft gehandeld. Tevens beoordeeld de raad aan de hand van de jaarstukken of het college doeltreffend heeft gehandeld (bereikt wat ze willen bereiken) en doelmatig (gedaan wat ze willen doen). Het mondelinge vragenrecht en het recht om schriftelijke vragen in te dienen zijn ook instrumenten van de gemeenteraad om het college te controleren of te volgen.
Volksvertegenwoordiging
Een andere taak van de gemeenteraad, en individuele raadsleden, is volksvertegenwoordiging. Door de invoering van het dualisme in 2002 en de verschuiving van verantwoordelijkheden van rijk en provincie naar gemeentes is de volksvertegenwoordigende ‘rol’ in de loop der jaren gewijzigd. Sterkere burgerparticipatie heeft dit proces versterkt. Het komt er eigenlijk op neer dat gekozen volksvertegenwoordigers moeten signaleren welke thema’s er onder de lokale bevolking leven en hier via de controlerende of kaderstellende verantwoordelijkheid dit uitwerken. Dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan……. Moet een raadslid na twee klachten over een losliggende stoeptegel vier weken later mondelinge vragen stellen terwijl een eenvoudig telefoontje of e-mail naar het Meldpunt Woonomgeving vaak binnen 48 uur leidt tot een gewenst resultaat: een recht liggende stoeptegel? U zult het met mij eens zijn dat hier "nee” op gezegd moet worden.
Toch is dit antwoord ook weer te snel en kort door de bocht…… veel van deze signalen kunnen het gevolg zijn van verkeerde uitvoering door het college (te weinig aandacht voor de openbare ruimte) of dat de gemeenteraad gewoonweg te weinig geld heeft vrijgemaakt voor een goed onderhoudsniveau… Kortom, als raadslid moet je soms heel concrete vragen of klachten kunnen ‘vertalen’ naar meer abstract en beleidsmatige vraagstellingen. Maar ja, als ik als raadslid zo ga praten (schrijven), volgen ze mij dan thuis nog wel…
‘Politiek van waarde’
Onlangs is er een interessant rapport bij de PvdA uitgekomen, namelijk 'politiek van waarde'. Het gaat onder andere over de positionering van de PvdA en welke acties genomen moeten worden om de kiezer terug te brengen. Een van de acties in het 'uitvoeringsprogramma' is dat volksvertegenwoordigers verplicht een kwart van de tijd buiten gemeentehuis of Kamer moeten zijn om contact te onderhouden met het gewone volk. Daarbij mogen PvdA'ers, volgens partijvoorzitter Spekman, "geen bestuurders als zonnekoning" onderhouden.
Nu dient deze weblog niet om dit rapport te 'beoordelen' of iets te vinden van de Waddinxveense PvdA/GroenLinks-fractie. Wel is het aardig om onze (en mijn) raadsactiviteiten daar eens naast te leggen. Dwingt zo'n rapport, dat nog geen jaar na de raadsverkiezingen verschijnt, je tot nadenken op de wijze waarop ikzelf probeer politiek te bedrijven en mijn contacten met de achterban meer specifiek en Waddinxveense bevolking en ondernemers meer in z'n algemeenheid.
Hoe pakken wij als PCW, hoe geef ik vorm aan volksvertegenwoordigende taak?
Hoe zorg je ervoor dat je als fractie goed en actueel geïnformeerd bent en hoe betrek je onder andere burgers meer bij het lokale politieke handwerk? Je kunt als raadslid, die wellicht buiten de woongemeente een baan heeft, niet altijd alles zien en opmerken. Je kunt, ook al werk je wel in je woongemeente, niet overal (zichtbaar) zijn. Om de betrokkenheid en kennis te vergroten en de vertaling hiervan richting politiek en samenleving te maken, hebben wij als fractie de beschikbare instrumenten geïnventariseerd en uitgewerkt in een fractieplan. Daarin staat ook de ‘top tien’ aan speerpunten die nu worden uitgewerkt. Als PCW-fractie (en als raadslid) doen we dat onder andere op de volgende manier:
1. aan de hand van speer- en actiepunten werkbezoeken afleggen en burgers, organisaties en ondernemers uitnodigen voor een gesprek;
2. benutten van het PCW-Kennisnetwerk. Een netwerk van betrokken en deskundigen burgers en ondernemers die ons informeren over actuele ontwikkelingen of voorvallen;
3. inzet website en social media als Twitter en Facebook;
4. aanwezigheid in het dorp (denk aan jaarlijkse Dorpstraatbraderie, maar ook bij vergaderingen wijkplatforms en dergelijke aanwezig zijn);
5. via ons jaarverslag en de evaluatie van ons verkiezingsprogramma (na afloop raadsperiode) geven we inzicht op welke wijze wij uitvoering hebben gegeven aan ons verkiezingsprogramma en is na te lezen dat wij onze verkiezingsbeloften hebben opgepakt.
Meer de straat op zoals Spekman wil? Het is nuttig, zelfs noodzakelijk, om zichtbaar te zijn. Maar dat hoeft niet altijd letterlijk genomen te worden. De ondergrens is wel dat je burgers en ondernemers weet te vinden en zij de raadsfractie en het individuele gemeenteraadslid ook weten te bereiken en zich daar gehoord weten. Wellicht dat ‘benaderbaar’ en ‘benaderbaarheid’ hier goede kernbegrippen zijn. Misschien een stap terug naar de open plank. Die ‘open plank’ in de bibliotheek van de Tweede Kamer is een verwijzing naar de tweede wereldoorlog en de afwezigheid van een democratisch bestuur dat de rechten van de mens beschermt. Die plank kunnen we helaas en verdrietig genoeg niet meer vullen… wel kunnen we het vak 2015 (en de vakken die bij gezondheid nog mogen volgen) met elkaar vullen door met elkaar mee te denken, wederzijdse betrokkenheid, mee doen als de handen uit de mouwen moeten en respect te hebben voor de minderheid. Democratie is namelijk meer dat de wil van de helft plus één, het is ook rekening houden met de grondrechten en vrijheden die aan een ieder van ons toekomen en behoren toe te komen.
Extra (verticale) dimensie
De Bijbel is het Woord van God, Die onze Schepper, Onderhouder en door genade in Christus Jezus onze Verlosser wil zijn. Hij heeft een Boodschap voor alle mensen. De Bijbel geeft basisrichtlijnen voor het dagelijkse leven, zoals onder andere is
weergegeven in de Tien Geboden. Andere belangrijke uitgangspunten zijn rentmeesterschap, gerechtigheid, bewerken en bewaren van de aarde. In het Nieuwe Testament wordt in de Romeinenbrief aangegeven dat de overheid als dienares van God behoort te zijn. Een door God ingesteld ambt om een land, regio of gemeente te besturen zodat er orde en vrede is. Het spreekt in dit verband overigens voor zich dat ook de overheid gehouden is om de eer van God en het welzijn van de naaste (samenvatting van de Tien Geboden) na te streven en te bevorderen.
Zoals hierboven al min of meer verwoord is de overheid door God ingesteld en heeft zij zowel een dienende functie als een gezagsfunctie en wordt de overheid in de Bijbel ook rechtstreeks aangesproken op ‘rechtvaardig zijn’ en opkomen voor het recht van de armen (Psalm 72 en de door Jezus uitgesproken Bergrede, Mattheüs 5). Onder zo’n overheid heerst vrede en komen mensen tot bloei. Het besef dat dit, als christen-politicus, je opdracht en ambt is betekent wat. Dat geeft politiek echt waarde!
Persoonlijke dimensie
Donderdagavond 27 maart 2014 werden de nieuwe gemeenteraadsleden geïnstalleerd. Dat gebeurd door het afleggen van de eed of belofte. Als PCW-raadsleden kiezen we ervoor om de eed af te leggen omdat wij geloven dat de overheid van God de taak heeft gekregen om te besturen. Daarbij komt dat het raadswerk geen vrijblijvende zaak is en we verantwoording moeten afleggen van onze daden. Daarom roepen we ook (als gebed) God om hulp en leggen we onze afhankelijkheid ook in de handen van de grote Koning! Het was de derde keer dat ik als raadslid werd geïnstalleerd. Hoewel de eerste keer toch als
meest gewichtsvol is ervaren vond ik het ook deze keer weer plechtig en heel bijzonder…. Je belooft nogal wat en daarin schiet je toch wel erg te kort…
Ik zou nog terugkomen op die lege plank in de bibliotheek van de Tweede Kamer. Op die plank hadden de ‘Handelingen’ (dat zijn verslagen) van de vergaderingen in de periode 1940-1945 kunnen staan. Hoewel we over (inter)nationale ontwikkelingen ons best zorgen kunnen en mogen maken, besefte ik weer eens hoe rijk wij zijn in ons land: vrije en democratische verkiezingen, grondrechten, de vrijheid (al staat die soms onder druk) om ons geloof te belijden en daarna te leven, etc. Het legt ook een ‘claim’ op ons als overheid…. Hoe gaan wij met het staatsrecht om? Hoe zorgvuldig gaan wij om met onze grondrechten, met de ‘ons toevertrouwde burgers’? Luisteren wij, besturen wij, tot eer van God en het welzijn van mijn/onze naaste? Dat maakt politiek niet gespannen, maar geeft ons ambt wel een verantwoordelijke invulling. Politiek van en met waarde, zou je kunnen zeggen!
Peter van den Berg
(raadslid PCW)