Grote lijnen en maatwerk
Geschreven op: | Door: Jannette Nieboer
Als wethouder ben je veel met de grote lijnen bezig, met de zaken die geregeld moeten worden voor de inwoners van Waddinxveen. Maar als een van die inwoners ontevreden is met hoe de gemeente omgaat met zijn/haar verzoek, of als een inwoner om persoonlijke aandacht vraagt, moet je er ook zijn.
Zo kwam er onlangs een mevrouw bij mij op bezoek die vertelde waar ze tegenaan loopt bij de zeer complexe en intensieve zorg voor een familielid. Onder de oude Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Awbz) was de zorg, na jarenlange opnames in instellingen – en veel verdriet en onzekerheid - uiteindelijk goed geregeld met behulp van een persoonsgebonden budget (PGB). Dat hele bouwwerk van zorg komt nu onder druk te staan omdat het geherindiceerd moet worden. De Awbz bestaat niet meer, valt de zorg nu onder de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) of onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? De consulent van de gemeente (Wmo) is druk in overleg met de medewerkers van het Zorgkantoor (Wlz) om de goede oplossing te vinden voor deze mevrouw en haar familielid. En dan krijgt mevrouw ook nog te maken met de problemen van de uitbetaling van PGB-gelden, waarover in de landelijke pers en politiek zoveel te doen is geweest.
Een indrukwekkend verhaal en eigenlijk zou je direct een oplossing willen bieden. Maar mevrouw verwachtte dat niet eens en voor die oplossing is de gemeentelijke consulent hard aan het werk. Wel is dit verhaal voor mij een belangrijke stimulans om bezig te blijven met het vinden van oplossingen voor deze vraagstukken.
Vanuit diezelfde motivatie ging ik onlangs mee naar een zogenaamd keukentafelgesprek. Natuurlijk had de aanvrager daarvoor toestemming gegeven. Dat gesprek was ook een leerzame ervaring. Ik maakte mee wat de zorgconsulent doet – en hoe - en wat het gesprek vraagt van de aanvrager. Voor beide gesprekspartners heb ik bewondering. De zorgconsulent is een goed opgeleide medewerker, maar hij/zij moet wel in korte tijd een goed en compleet beeld krijgen van de situatie van de aanvrager, ook van zaken die de aanvrager zelf misschien niet naar voren brengt. Anderzijds kan het keukentafelgesprek voor de aanvrager een stressvolle aangelegenheid zijn. Je moet je hele hebben en houen, soms voor de zoveelste keer, op tafel leggen. En van wat je in de publiciteit leest, word je ook al niet optimistischer. Dat levert onrust en onzekerheid op. Ik heb dat zelf bij naaste familie meegemaakt.
Na een uur waren heel veel onderwerpen gepasseerd: welke hulp en ondersteuning de aanvrager nodig heeft, hoe het nu geregeld is, welke alternatieven er zijn, hoe aanvrager de hoogte van de eigen bijdrage kan beïnvloeden, welke hulp familie nu al levert, of die hulp bekostigd wordt met het PGB en of daar mogelijk verandering in komt. Dat waren nog maar enkele punten. Ik heb er vertrouwen in dat voor deze aanvrager een goed besluit wordt genomen, toegespitst op de individuele omstandigheden.
Ja, de veranderingen leveren veel onrust en onzekerheid op. Iedereen weet dat we met veel minder budget de juiste hulp en ondersteuning moeten realiseren. Dat het niveau van (overheids)voorzieningen zal worden teruggedraaid, daar valt niet aan te ontkomen. Maar de grote uitdaging daarbij voor overheid en samenleving is om met minder en andere middelen toch te voorzien in wat nodig is. Maatwerk dus.
Jannette Nieboer