Omzien naar elkaar, juist ook als het minder goed gaat.
Geschreven op: | Door: Ton van Doorn
De stelling van de afgelopen maand was: "Ik vind dat de inwoners van Waddinxveen voldoende aandacht voor elkaar hebben”.
Op het moment dat ik deze weblog schrijf is de tussenstand van de stelling precies gelijk: evenveel instemmers als ontkenners. Ik moet zeggen, toen ik het verzoek kreeg voor een weblog over deze stelling, ik ook bij me zelf dacht: "Wat moet ik hiermee”? Maar, achterover leunend, dacht ik: Schieten we met z’n allen niet altijd tekort daarin? Kun je ooit een voldoende halen voor deze stelling?
Anderzijds denk ik dat we ook niet langs elkaar heen leven. We kennen onze buren, ontmoeten mensen uit de straat op een buurtbarbecue, burendagen of buurt-nieuwjaarsrecepties. In een dorp komt dat nog regelmatig voor. In een stad is dat al lastiger.
Daarnaast kennen veel mensen in Waddinxveen elkaar vanuit de kerk. Als er ziekte is of spanning met kinderen of relaties, dan leven ze met elkaar mee. Dat is mooi. Maar ook wel naar binnen gericht, op eigen kring.
In de samenleving van Waddinxveen wonen kerkmensen en onkerkelijken door elkaar heen in de straat. En als politieke partij stimuleren we dat alle inwoners aandacht voor elkaar hebben; dat mensen een beroep op hun buren of buurtgenoten kunnen doen als dat nodig is; dat we voor elkaar klaar staan om te helpen als het tegen zit; dat we meeleven in tijden van blijdschap en rouw. Een kaartje, een bloemetje, een luisterend oor…..het betekent zoveel!
Met de bezuinigingen op de zorg, is het waarschijnlijk, dat we in de komende jaren steeds meer kwetsbare buurtbewoners om ons heen hebben wonen. Zo lang mogelijk thuis wonen is een keuze van de rijksoverheid, waarvan iedereen vroeg of laat de consequenties om zich heen zal zien. We hebben de verantwoordelijkheid als inwoners, buurtbewoners en straatbewoners naar elkaar om te zien, om te helpen, om boodschappen te doen, om het gekwetste leven van die ander te verlichten. Minder individualistisch als we nu vaak zijn en meer sociaal en collectief denken.
In de Bijbel komen we het omzien naar elkaar ook concreet tegen. Het zijn de bekende woorden uit Mattheus 25: "Ik ben hongerig geweest, en je hebt me te eten gegeven; ik ben dorstig geweest en je hebt me te drinken gegeven, ik was ziek en je heb me bezocht…. ". En dan de ontknoping: Voor zoveel je dit aan één van Mijn minste broeders (of zusters) hebt gedaan, zo hebt je dat aan Mij gedaan”.
Speerpunt 3 van de PCW luidt: "Mensen zien om naar elkaar, juist ook als het minder goed gaat”. In deze stelling klinkt inderdaad de individuele en collectieve verantwoordelijkheid voor elkaar door. De PCW wil de samenleving hiervan bewust maken. Tegelijkertijd zal er altijd een (gemeentelijke) overheid zijn, die opvangt en aanvult waar hulp van anderen tekortschiet of ontbreekt. Ieder mens zal over voldoende middelen moeten kunnen beschikken voor zijn of haar levensonderhoud. Omzien naar elkaar betekent ook armoede voorkomen of wegnemen. Laten we ervoor gaan!
Ton van Doorn
raadslid PCW